De effecten van media op je gezondheid en welzijn, het is een belangrijk thema dat steeds vaker onder de aandacht wordt gebracht in de klas en op het werk. Ze kunnen zowel positief als negatief zijn, maar hoe ga je er nu eigenlijk op een juiste manier mee om (als ouder)? We klopten aan bij professor Kathleen Beullens, coördinatrice in de Leuvense School for Mass Communication Research.
U voert onderzoek naar (sociaal) mediagebruik en de effecten ervan op kinderen, jongeren en volwassenen. Kunt u iets meer vertellen over dat onderzoek?
Ik onderzoek alle mogelijke effecten van mediagebruik, dat kunnen zowel positieve als negatieve effecten zijn en probeer na te gaan wat de impact ervan kan zijn op het psychosociaal welzijn van kinderen, jongeren en volwassenen. De term mediagebruik is in die zin heel breed. Dat kan gaan om smartphones, sociale media, televisiekijken en meer. We bestuderen onder andere de inhoud waar je aan blootgesteld kan worden en wat je precies doet tijdens je mediagebruik. Als je sociale media gebruikt, hoe ga je jezelf voorstellen op die media en op welke manier heeft dat een impact op je psychosociaal welzijn, je zelfbeeld en je relaties met je vrienden en gezin.
U heeft het onder andere over de mogelijke impact op het zelfbeeld van kinderen, jongeren en volwassenen. Dat is natuurlijk iets waar vandaag meer bij stilgestaan wordt, onder andere door de invloed van sociale media en het soms perfecte beeld dat op die kanalen tentoongesteld wordt. Ziet u dat sociale media daar een duidelijke impact op hebben?
Wat de ene persoon ziet op sociale media, verschilt van wat een ander ziet, het is dus moeilijk om zoiets te veralgemenen. Laten we het voorbeeld van Instagram nemen. Als je er zelf voor kiest om mensen te volgen die op een gezonde manier met hun lichaam omgaan en die boodschap ook proberen uit te dragen, dan krijg je natuurlijk een ander beeld dan als je enkel blootgesteld wordt aan mensen met een perfect lichaam. In dat laatste geval is het mogelijk dat er sociale vergelijking ontstaat en dat dat gepaard gaat met ontevredenheid over je eigen lichaam.
“Het is moeilijk om aanbevelingen te maken, omdat schermgebruik ook een positief effect kan hebben voor kinderen, jongeren en volwassenen.”
Zijn er eigenlijk aanbevelingen voor schermgebruik? Hoeveel uur per dag zouden we idealiter op een scherm mogen doorbrengen?
Het is moeilijk om aanbevelingen te maken, omdat schermgebruik ook een positief effect kan hebben voor kinderen, jongeren en volwassenen. Een kind kan bijvoorbeeld een educatief spel spelen op de tablet en een jongere of volwassene kan via zijn of haar smartphone in contact blijven met vrienden wanneer hij of zij zich eenzaam voelt of steun nodig heeft. Het hangt er dus eigenlijk van af hoe je sociale media gaat gebruiken. Dat is de reden waarom aanbevelingen maken voor schermtijd moeilijk is, omdat je mogelijks positieve aspecten gaat wegnemen. Dat neemt niet weg dat schermgebruik ook negatieve effecten kan hebben. Zo is het geen goed idee om een kind een hele dag een tablet te laten gebruiken of een jongere te laten studeren met een smartphone die constant meldingen doorgeeft. Zolang een kind, jongere of volwassene hobby’s heeft, voldoende buitenkomt, aan sport doet, … dan kan het geen kwaad om op een moment dat er even niks te doen is met schermen bezig te zijn. Het is echter belangrijk om daar een goede balans in te vinden. Wat die juiste balans is, hangt dan weer af van persoon tot persoon. Hetzelfde soort gedrag heeft niet bij iedereen dezelfde impact, dat is een belangrijke nuance. Zo is er een studie naar passief Instagramgebruik (scrollen op Instagram zonder zelf iets te delen) die aantoont dat dat bij sommigen geen effect heeft op hoe ze zich voelen nadien en bij anderen een negatief of positief effect. Er zijn veel factoren die gaan bepalen welk gedrag iemand stelt. Media kunnen daar een rol in spelen, maar dat is één factor tussen een geheel van factoren.
Wat zijn andere factoren die het effect van media op ons gedrag kunnen beïnvloeden?
Er zijn drie soorten factoren die belangrijk zijn en een rol kunnen spelen. Zo zijn er dispositionele factoren, zoals persoonlijkheid en geslacht. Verder zijn er ontwikkelingsfactoren, iets is anders voor kinderen dan voor volwassenen bijvoorbeeld, en factoren in de sociale context. Dat laatste gaat over het gezin waarin je leeft, je schoolomgeving en leeftijdsgenoten. Die factoren bepalen enerzijds welke media je selecteert en anderzijds kunnen die factoren een impact hebben op het effect van dat mediagebruik. Ze kunnen bijvoorbeeld verklaren waarom dat passief Instagramgebruik waar ik het net over had bij de ene persoon wel een impact heeft en bij de ander niet.
Zo lang er een balans is, is het dus niet nodig om schermen volledig uit het leven van kinderen en jongeren te verbannen?
Balans is inderdaad belangrijk en daar moet doordacht mee omgegaan worden. Als er een druk moment is binnen het gezin, dan is het niet zo erg om je kind iets op een tablet te laten doen, maar je kunt er dan wel op letten dat je kind iets doet of bekijkt dat inhoudelijk geschikt is. Het is dus belangrijk om na te denken wat je je kinderen gaat laten doen op een tablet. Een tablet of smartphone kan ook voor verbinding zorgen met je kind. Zo kan je samen een educatief spel spelen. Dat geldt ook voor ouders met tieners: je kunt heel afwijzend zijn ten aanzien van alles wat jongeren op hun smartphone doen, maar die smartphone is wel erg belangrijk voor hen. Adolescenten maken zich stilaan los van hun ouders en zijn op zoek naar hun identiteit. De smartphone laat hen toe om te experimenteren met hun identiteit en vormt tegelijkertijd een brug naar hun leeftijdsgenoten. Als ouder is het bijgevolg een goed idee om interesse te tonen in wat je kind aan het doen is op zijn of haar smartphone, dat kan ook positief zijn voor de openheid tussen ouder en kind. Schermen volledig uit het leven van kinderen en jongeren verbannen, zou ik dus niet aanraden.
Heeft u tips voor ouders die bezorgd zijn om het schermgebruik van hun kinderen of tieners?
Uit onderzoek blijkt dat je in zo’n geval best met je kind praat en je bezorgdheid uit. Vaak zie je ook dat ze het begrijpen en die bezorgdheid delen. Als je samen een aantal afspraken kunt maken om tot een betere balans te komen, dan is de kans ook groter dat tieners die gaan navolgen, omdat ze er eigenaarschap over hebben. Mediaopvoeding verschilt in dat opzicht niet zoveel met hoe je andere dingen zou aanpakken tijdens de opvoeding van kinderen. Verder is het als ouder belangrijk om naar jezelf te kijken. Als je zelf vaak met je smartphone bezig bent, is het niet verwonderlijk dat je kinderen dat ook doen. Tot slot raad ik aan om niet zomaar een tablet of smartphone weg te nemen van kinderen, maar hen een alternatief aan te bieden. Stel je kind voor om in de plaats daarvan samen een spel te spelen of iets anders leuks te doen.
“Er zijn veel factoren die gaan bepalen welk gedrag iemand stelt. Media kunnen daar een rol in spelen, maar dat is één factor tussen een geheel van factoren.”
Is het zo dat jongeren die vaker op sociale media zitten ook vaker probleemgedrag (alcohol- en/ druggebruik, agressiviteit) vertonen?
Het is niet zo dat als je veel blootgesteld wordt aan alcohol op sociale media, dat je van vandaag op morgen een alcoholverslaving gaat ontwikkelen. Het is wel zo dat alcoholgebruik op sociale media meestal in een positieve context wordt getoond. Je deelt bijvoorbeeld foto’s van een feestje of een cocktail op een zonnig strand. Als je veel van dit soort berichtgeving ziet, kan je een positievere houding ten aanzien van alcohol ontwikkelen, het gevoel krijgen dat iedereen drinkt en dat ook volkomen normaal vindt. We weten dat dat soort van ideeën voorspellers zijn van gedrag. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat daar geen andere factoren mee interfereren. Als jouw omgeving zich niet positief uit tegenover alcohol, dan is dat anders dan als jij in een sociale omgeving zit waar velen alcohol drinken. Als je bepaalde zaken deelt op sociale media, moet je er wel van bewust zijn dat dat een impact kan hebben op jezelf en je gedrag later, maar ook op anderen. Vaak delen mensen dingen achteloos, maar stellen ze anderen er wel aan bloot.
We spenderen met z’n allen heel wat tijd op schermen en op sociale media, voelen we ons daardoor eenzamer?
Ook dit hangt af van andere factoren en de redenen waarvoor mensen media gebruiken. Als jij je op een bepaald moment eenzaam voelt, maar je hebt een sterk offline netwerk, dan ga je dat netwerk ook online kunnen aanspreken. Maar als dat niet het geval is en je ziet op sociale media dat iedereen zich lijkt te amuseren, is het mogelijk dat je je op dat moment nog eenzamer gaat voelen. Het is dus moeilijk om daar een eenduidig antwoord op te geven. Het hangt heel erg af van het individu, van hoe je hoe sociale media gebruikt, en van de context waarin dit gebeurt.