“Toen ze nog baby was, gebruikte ik af en toe al het woord ‘geadopteerd'”

Image

Jeroen was 29 toen hij op z’n eentje besloot om te adopteren. Hij was de eerste alleenstaande man in het Gents adoptiecentrum die een procedure in gang zette, zo graag wou hij een gezin. Al snel werd Jeroen papa van een flinke baby, ondertussen is zijn dochter 15 jaar oud.

Op z’n 25ste begon Jeroen al informatie op te zoeken rond kinderen krijgen als alleenstaande: “Omdat ik op mannen val, wist ik dat kinderen krijgen voor mij niet evident zou worden. Adoptie was altijd mijn plan A en als dat niet zou lukken, dan zou ik nadenken over pleegzorg. De behoefte om een biologisch kind te hebben was er niet, daarom heb ik draagmoederschap niet overwogen.” Jeroen had net zijn toneelopleiding afgemaakt toen hij de adoptieprocedure startte. Dat bracht ook heel wat twijfel met zich mee: “Ik was er nog niet aan uit of ik het verantwoord vond om als alleenstaande te adopteren. Het idee was dat ik me zou inlezen en de procedure ook kon stopzetten. Door me in te lezen en dankzij de bevestigende reacties uit mijn omgeving ben ik ermee verdergegaan.”

Jeroen overwoog kort een buitenlandse adoptie, maar kreeg daar als alleenstaande holebi bijna geen toegang toe. Veel landen van herkomst stelden namelijk de voorwaarde dat je (christelijk) getrouwd moet zijn. Maar ook omwille van ethische overwegingen vond Jeroen het geen goede piste. Dus ging hij aankloppen bij het Gents Adoptiecentrum, dat openstond voor mensen met uiteenlopende overtuigingen. “Veel drempels heb ik niet ervaren tijdens de procedure”, vertelt Jeroen. “Het contact met het adoptiebureau was altijd warm. Ik had me wel heel goed voorbereid en had een dossier opgemaakt met alle informatie waarvan ik verwachtte dat ze het zouden vragen. In totaal heb ik maar 2,5 jaar moeten wachten. Toen was dat ook al heel snel, al zijn er nu veel meer aanvragen en langere wachtlijsten.”

Telefoontje

Uiteindelijk kreeg Jeroen een eerste telefoontje, maar hij werd overgeslagen omdat de moeder van het kind te dicht woonde. Later werd hij nog eens afgekeurd omdat de biologische ouders een probleem hadden met zijn profiel. En dan was het moment daar eindelijk: “Kort na haar geboorte, hebben ze me opgebeld met de boodschap dat er misschien een kindje voor mij was. Veel meer informatie kreeg ik niet, omdat de moeder dan nog twee maanden bedenktijd heeft. Een tijdje later kwam ik het geslacht, gewicht en de lengte te weten. Ik moest me ook klaar houden om haar te komen halen. In aanloop daarvan mocht ik haar twee keer gaan bezoeken, de derde keer mocht ze mee naar huis.”

Toen de baby er eindelijk was, zat Jeroen niet echt op een roze wolk: “De baby was er vroeger dan verwacht, ik was liever wat matuurder geweest op het moment dat ik papa werd. De emoties die ik toen voelde, waren vrij complex. Gelukkig was het grote vakantie, waardoor ik wat tijd had om te wennen aan de nieuwe situatie. In het begin is het precies een verhuizing als je je verplaatst met je baby en boodschappen doen wordt plots een hele onderneming. Achteraf gezien had ik meer hulp moeten vragen aan vrienden en familie. Ik was een van de eersten die een kind kreeg in mijn vriendenkring. Pas toen er velen later zelf kinderen kregen, kwam het bij hen op dat ik me misschien eenzaam gevoeld heb als prille alleenstaande papa. Maar op dat moment vond ik het moeilijk om zelf hulp te vragen. Er woonde toen wel een vriendin bij ons in de straat die ook een baby had. Zij bood de hulp aan die ik nodig had, maar waar ik zelf niet naar vroeg.”

Vaderschap

Door het vaderschap is Jeroen zelf ook veel veranderd en leerde hij zichzelf op een andere manier kennen. “Het vaderschap laat je stukken van jezelf zien die je nog niet kende”, begint Jeroen. “Ik leerde dat ik heel boos kan worden en dat ik enorm op mijn eigen vader lijk. Zo heb ik wel eens tegen mijn kind geroepen omdat ik zelf niet voldoende geslapen had.” Daarnaast ontdekte Jeroen dat hij vrij introvert is, waardoor hij het idee om meerdere kinderen te adopteren snel liet varen. “Een baby vond ik zalig en rustgevend. Maar zodra ze een peuter werd, werd de uitdaging groter. Met haar spelen vond ik niet altijd leuk, ik leer liever samen dingen. Toen we samen voor het eerst haar naam in het zand schreven, dat was bijvoorbeeld een prachtig moment.”

Afkomst

Elk adoptiekind vraagt zich vroeg of laat af waar hij of zij vandaan komt, ook Jeroen bereidde zich voor om ooit op die vraag te moeten antwoorden. “Omdat wij geen mama hebben in ons gezin, heb ik daar vanaf het begin met haar over gepraat. Toen zij nog baby was, gebruikte ik af en toe het woord ‘geadopteerd’. Ik ben ook nooit het gesprek uit de weg gegaan. Toen ze in de lagere school meer vragen stelde rond haar moeder, heb ik contact opgenomen met het adoptiecentrum. Ze waren er echter niet zo happig op meer informatie te geven over de biologische moeder van mijn dochter. Ze wilden haar privacy respecteren.” Een jaar later stelde Jeroen opnieuw de vraag en kreeg zijn dochter een foto te zien van haar moeder. “Haar mama bleek toen niet de prinses te zijn die ze voor ogen had en dat was voor haar een soort van reality check. Ik vraag haar nog regelmatig hoe ze zich voelt bij de situatie. Intussen heeft ze haar moeder ook teruggevonden op sociale media, maar bij mijn weten staan ze niet met elkaar in contact. Over haar biologische vader heeft ze nooit veel vragen gesteld.”

Jeroen blikt positief terug op zijn avontuur, al ging het niet altijd van een leien dakje: “We delen geen genetisch materiaal en zijn ook erg verschillend. Ik probeer dat te omarmen, ook wanneer onze interesses erg ver uit elkaar liggen. Omdat we een gezin vormen, weet ik wel dat we dezelfde waarden delen. Ze staat open voor mensen die minder traditionele levenskeuzes maken en daar ben ik blij om.”

Vragen rond kinderen krijgen?

De Maakbare Mens is een socioculturele organisatie die informeert rond nieuwe medische technologie en het maatschappelijk debat daarrond stimuleert. Vorig jaar deed de organisatie een bevraging bij fertiliteitspatiënten, waaruit bleek dat velen moeilijk informatie vinden die bij hun specifieke situatie past. Daarom ontwikkelde De Maakbare Mens de website www.ikwileenkind.be. Zo wil de organisatie mensen met een kinderwens kwaliteitsvolle informatie aanbieden en hen helpen inschatten met welke uitdagingen ze geconfronteerd kunnen worden. Op de website is er onder andere informatie te vinden over de technische en medische aspecten van verminderde vruchtbaarheid en fertiliteitsbehandelingen, maar ook over de emotionele, sociale en financiële impact.

Niet enkel heterokoppels met vruchtbaarheidsproblemen vinden er antwoorden op hun vragen, er wordt ook uitgebreid ingegaan op de mogelijkheden voor alleenstaanden, holebikoppels en transpersonen. Daarbij worden ook weinig bekende alternatieven besproken zoals het vormen van een meeroudergezin of het kiezen voor een traject met een draagmoeder. De Maakbare Mens vindt het belangrijk om informatie te bieden voor iedereen met een kinderwens, ook, en zeker, voor diegenen die zich in een bijzondere gezinssituatie bevinden. Daarnaast bevat de website een schat aan getuigenissen van personen voor wie het vervullen van een kinderwens niet vanzelf ging. Deze verhalen kunnen erkenning, troost en inspiratie bieden.

Meer informatie vind je terug op www.ikwileenkind.be.