Een eerlijk boek over borst- en flesvoeding, de uitdagingen van de eerste hapjes en met de pot mee-eten? Dat is wat prof. Dr. Eline Tommelein (apotheker en lactatiekundige) en dr. Rolinde Demeyer (kinderdiëtiste en lactatiekundige) voor ogen hadden toen ze het boek Eet als een Expert Mini schreven.
Jullie zeggen het zelf in de inleiding van jullie boek: er is al veel geschreven over dit onderwerp. Waarin verschilt jullie boek van andere boeken die op de markt te vinden zijn?
Rolinde: Het is een boek dat alle opties laat zien en neutraal die opties belicht zonder oordeel of zonder verplichtingen. Of het nu gaat over borstvoeding of papjes geven, alle voor- en nadelen bij een bepaalde keuze worden vermeld, zodat ouders zelf kunnen kiezen wat bij hun past. Volgens mij zijn er niet veel boeken die op die manier alle mogelijkheden delen zonder in een bepaalde richting te sturen.
Eline: Dat is inderdaad de mooiste meerwaarde. Ik denk ook dat de combinatie met recepten verrijkend is. Het is een vertaling naar de praktijk en een verlengde van de boodschap die we willen meegeven.
Jullie zijn beide ook mama. Was het boek iets waar jullie zelf nood aan hadden? Of merkten jullie dat in jullie omgeving?
Eline: Dat is geen gemakkelijke vraag. Mocht ik eerder mama geworden zijn, zou ik ‘ja’ zeggen, maar nu is mijn kennis ook wat gevormd door het boek te schrijven en er onderzoek naar te voeren. Als je opgroeit, wordt je beeld rond voeding zo gestuurd en vaak wijkt dat beeld toch sterk af van wetenschappelijk onderbouwde informatie. Voor ouders die van nul vertrekken, is het boek een goed hulpmiddel om zonder sturing in een verhaal te stappen, je keuze te maken en daarna verdergaan in de richting die je wenst.
Rolinde: Ik ben negen jaar geleden voor het eerst mama geworden. Toen was ik minder thuis in die materie en vond ik dat de informatie in veel boeken vrij zwart-wit was. Iets was goed of niet goed. Daardoor krijg je natuurlijk wel een schuldgevoel als iets niet gaat zoals het zou moeten gaan. Het geeft ook veel druk omdat je denkt dat je niet goed bezig bent. Ik had het toen dus zeker fijn gevonden om een boek als dat van ons, dat alles wat neutraler voorstelt, te hebben.
Het boek bevat een volledig hoofdstuk over borstvoeding en kunstmelk. Ook met die informatie gaan jullie neutraal om. Welke tips geven jullie aan toekomstige mama’s die voor die keuze staan?
Eline: Je situatie in kaart brengen is eigenlijk de eerste stap en van daaruit maak je een keuze die daarbij aansluit. Het is belangrijk om goed naar jezelf te kijken, naar je relatie en je draagkracht. Wat past in jouw gezin en wat kan je aan? En welke energie wens je in iets te steken? De keuze voor borstvoeding is in dat opzicht gemakkelijker als je een ondersteunende partner hebt, bijvoorbeeld.
Rolinde: Het is ook van belang om te beseffen dat je wel een keuze kunt maken, maar op het moment zelf kan het helemaal anders uitlopen. Dan veer je mee met de situatie.
Eline: Een goeie tip is dat als je twijfelt, in welke richting dan ook, je best met borstvoeding kunt starten. Daar kan je altijd mee stoppen. Als je niet van bij het begin borstvoeding geeft en twee weken later bedenk je je, is het niet meer zo evident om ermee te starten. Als je echt twijfelt, laat je dan begeleiden door een vroedvrouw. Wil je dan na twee weken stoppen, prima, maar dan kan je altijd op je keuze terugkomen.
Er is tegenwoordig ook heel wat informatie online en op sociale media terug te vinden. Die informatie is niet altijd correct. Was het daarom belangrijk om enkele fabels te doorprikken en feiten te verduidelijken?
Rolinde: We merkten dat er veel verouderde informatie de ronde doet. Dan gaat het om informatie die tien of zelfs veertig jaar geleden de norm was, bijvoorbeeld over wat je wel en niet mag eten tijdens de borstvoeding.
Eline: Ik denk dat ouders via sociale media veel tegenstrijdige informatie krijgen en informatie die eigenlijk niet gegeven is door mensen met een medische achtergrond. Niet dat iets altijd juist is als er een medische achtergrond is natuurlijk, maar dat is erg verwarrend voor ouders. Net daarom vonden we het belangrijk om enkele dingen duidelijk te stellen, want iets kan logisch klinken, maar nergens over gaan.
Wat waren de moeilijkheden bij het schrijven van het boek?
Eline: Je moet natuurlijk altijd het verschil maken tussen wat voor een volledige populatie de beste keuze is en wat voor een individueel persoon het beste is. Dat is een afweging. Als in heel België alle mama’s borstvoeding zouden geven, dan zien we ook wel dat er een grote winst is, dat de gezondheid van de kindjes beter is. Maar dat wil niet zeggen dat dat voor elke individuele moeder de beste keuze is. Wetenschap is natuurlijk ook niet zwart-wit. Het is niet zo dat alles al perfect onderzocht werd in grote populaties. Als dat wel het geval is, gebeurt het nog dat verschillende wetenschappers onderzoek anders interpreteren. Daar lag natuurlijk wel een moeilijkheid in het boek.
Rolinde: Wat ik ook moeilijk vond, waren de grote verschillen tussen de richtlijnen en adviezen in België en Nederland. Een richtlijn lijkt iets zwart-wit, dus hoe kan het dan zo verschillen tussen twee buurlanden? Maar dat is natuurlijk ook een interpretatie van de wetenschap die toegepast wordt op een bepaald land en de cultuur en gewoontes van dat land.
Wat waren de opmerkelijkste verschillen tussen België en Nederland?
Eline: Bij richtlijnen rond het gebruik van vitamine D-supplementen ontdekten we bijvoorbeeld verschillen in de aangeraden dosis en duur van de kuur in beide landen. Daarnaast is er het gebruik van pindakaas. In Nederland is dat meer doorgedreven dan in België en dat vertaalt zich in de richtlijnen die in Nederland van kracht zijn. Dat is ook omdat de interpretatie van de wetenschap daar anders is toegepast op de voedingsgewoonten.
Rolinde: In Nederland wordt ook het principe van een oefenhapje gebruikt: vanaf vier maanden geef je je baby dan een klein lepeltje pap. Dat is een advies dat bij ons niet bestaat.
Eline: Ik denk dat het net goed is dat er zoveel verschillen zijn. Zo blijkt nog maar eens dat wetenschap niet juist of fout is.
Tot slot, wat zouden lezers zeker moeten meenemen van jullie boek?
Eline: Ik hoop dat mensen stoppen met elkaar schuldgevoelens aan te praten over melkvoeding. Dat niemand het nog vreemd vindt als een kindje van 2 of 3 jaar borstvoeding krijgt en niemand raar opkijkt als een kindje vanaf de start kunstmelk krijgt. Iedereen moet begrijpen dat dat individuele keuzes zijn die gemaakt kunnen worden op basis van valide argumenten.
Rolinde: Daar ga ik volledig mee akkoord. Dat mensen weloverwogen keuzes kunnen maken, dat ze de informatie hebben die ze nodig hebben en zelf beslissen wat past in hun situatie.
Je kan het boek aankopen in een van de Zorgboetiek-winkels in Asse, Aalst, Roeselare of Hasselt of op de webshop via www.zorgboetiek.be. Je geniet er steeds van 15% ledenkorting.